Iedere gemeente richt de zorg anders in en daarmee ook de positie van de jeugdgezondheidszorg. In de ene gemeente participeert het CJG bijvoorbeeld in de wijkteams, in de andere gemeente maken we deel uit van een jeugdondersteuningsteam, enzovoort. In de gemeente Lansingerland neemt het CJG wel een heel bijzondere positie in het zorgveld in. Wethouder Jeroen Heuvelink: ‘Wij maken geen gebruik van wijkteams of equivalenten daarvan. Bij ons is het CJG de spil tussen alle andere organisaties.’
Jeroen Heuvelink (wethouder Lansingerland)
‘We werken sinds 2015 op deze manier samen en blijven continu investeren in de spilfunctie van het CJG’, vertelt Jeroen. ‘Het CJG is bij inwoners al bekend en laagdrempelig bereikbaar vanwege de consultatiebureaus. Dit wilden wij in Lansingerland zo houden. Daarnaast is er nauw contact met de scholen en huisartsen. Ook zij beseffen: hoe eerder we het CJG inschakelen, hoe eerder we problemen kunnen oplossen. Het CJG biedt zichzelf ook actief aan als medeprofessional. Op eigen initiatief, op ons verzoek of naar aanleiding van overleg. We constateerden bijvoorbeeld dat huisartsen bij psychosociale problemen weinig andere opties zagen dan doorverwijzen naar de GGZ. Het CJG is in dat gat gesprongen en kijkt nu mee met de hulpvraag. Omdat jeugdartsen de totale context van een gezin meeneemt, zien zij meer en andere mogelijkheden. Soms is eigenlijk opvoedondersteuning nodig en geen doorverwijzing naar de GGZ.’
‘Door de belangrijke signalerende functie, geven wij het CJG veel vrijheid.’
‘Omdat het CJG zo’n belangrijke signalerende functie heeft, hebben wij ervoor gekozen de organisatie veel vrijheid te geven. Professionals van het kunnen bijvoorbeeld doorverwijzen naar vrij toegankelijke voorzieningen wanneer dat nodig is, zonder onze tussenkomst. Ze hebben ook vrije toegang tot de jeugdcoaches en kunnen hen direct inzetten. Als er specialistische jeugdhulp nodig is, werken zij snel en nauw samen met de gemeentelijke jeugdconsulenten. Dat geeft een prettig gevoel: mensen die bij het CJG aankloppen, weten zeker dat de juiste hulp zo snel mogelijk beschikbaar is.’
Ook op Facebook zijn we sinds 2017 te vinden onder de naam Centrum voor Jeugd en Gezin. ‘Zo kunnen we op een laagdrempelige manier communiceren met ouders en jongeren van heel Nederland. Sowieso waren we in 2017 op sociale media veel zichtbaarder. We hebben meer informatie gedeeld en deze werd door bezoekers als relevant gezien. De posts zijn uitvoerig geliked en gedeeld en er is veel op gereageerd. Zo hebben we een mooie eerste stap gezet naar gepersonaliseerde zorg en informatie.’
De gemeente Schiedam investeert fiks als het gaat om preventie in de gezondheidszorg. Het CJG is daarin een belangrijke partner, vertelt wethouder Nathalie Gouweleeuw. ‘De signalerende functie van het CJG is groot. Het CJG kijkt naar de gehele context waarin een kind opgroeit. Dat gevoel van verantwoordelijkheid maakt de organisatie tot een waardevolle partner. Echt kijken naar wat er aan de hand is, soms ook voorbij het eigen werkterrein, en dan vol vertrouwen op zoek naar de oplossing.’
Nathalie Gouweleeuw (wethouder Schiedam)
‘Er zijn mooie preventieve trajecten’, vindt Nathalie. ‘De ondersteuning aan tienermoeders bijvoorbeeld. Als we tienermoeders goede opvoedhulp kunnen bieden, stapt hun kind vervolgens positief de wereld in. De kans dat dit kind in de jeugdzorg terechtkomt, is hierdoor een stuk kleiner. Daarnaast denk ik ook aan de prenatale huisbezoeken of Moeders informeren moeders. Die trajecten hebben een pedagogische grondslag, maar er wordt verder gekeken. Als gezinnen bijvoorbeeld worstelen met schuldenproblematiek, kan het CJG dit opmerken en passende hulp organiseren.’
‘De positieve grondhouding van het CJG maakt dat ik ze als een belangrijke partner zie.’
‘Wat ik ook sterk waardeer, is de positieve grondhouding van de organisatie. Zij snappen dat we allemaal onderdeel zijn van de oplossing en dat we schouder aan schouder moeten werken’, vervolgt de wethouder. ‘Daar is lef voor nodig en dat is een stuk makkelijker als je je bestuurlijk gesteund voelt. Ik ben blij dat we daarin durven zoeken met elkaar. Dat we ons verantwoordelijk voelen en actief naar verbetering streven. En dat we snappen dat als een ouder zich niet meldt, je gewoon zelf moet aanbellen. Het kind vooropstellen en niet de regeltjes, zo komt goede preventie tot stand.’